Door Kees de Graaf op 9 december 2015

Dorpsagenda Vries: een eerste stap

Dorpsagenda Vries: een eerste stap
De Dorpsagenda Vries is aangenomen en de aanpak van de openbare ruimte in het centrum kan van start. Een eerste stap, nu moeten we doorpakken. Ook de sociale kant van leefbaarheid en de langere termijn – wat voor dorp wil Vries in de toekomst zijn – moeten belicht worden. Onze fractie neemt het voortouw voor een nieuw kader, vast te stellen door de raad: ‘kerngericht werken’.
Door Kees de Graaf
De aangepaste Dorpsagenda Vries ligt voor, dank daarvoor aan college en ambtelijk apparaat. Wat vinden wij positief aan deze agenda? Dat is de manier waarop het college een aantal opmerkingen vanuit deze raad in het stuk heeft meegenomen, na de twee voorgaande besprekingen hier in deze zaal. Het college geeft bijvoorbeeld aan dat het VN-Panel expliciet zal worden ingezet in het vervolg, wij vinden dat een goede zaak. Ook is onze suggestie overgenomen om het proces van totstandkoming van deze agenda met de raad te evalueren, dat lijkt ons prima.

Ook inhoudelijk zijn wij content met de nodige wijzigingen en aanscherpingen, zoals de aandacht die aan de Brink zal worden gegeven, het niet meer slopen van het pand van bakker Harms en het achterwege laten van de aanleg van nieuwe parkeerplaatsen.

Punt van kritiek dan nog: aan het einde van de agenda dankt het college de bewoners die ideeën hebben aangereikt. Wij hadden het wel netjes gevonden wanneer hier expliciet de inbreng van de inspreker dhr Geerts bij de opiniërende vergadering en de Vrouwen van Nu Vries was genoemd. Nog netter was het geweest om aan te geven wat er met deze inbreng is gebeurd, wij lezen daar nu weinig tot niets van terug. Wat ons betreft is dat ook een punt voor de evaluatie: hoe gaan wij om met dergelijke bijdragen.

Dan nu naar de inhoud van de agenda zelf. Wat de fractie van de PvdA betreft kunnen we als raad op twee manieren naar het resultaat kijken.
De eerste manier is die van een openbare ruimteplan in de klassieke zin van het woord. We leggen de stenen recht en hopen vervolgens dat het goed komt met de leefbaarheid. Die ambitie heeft het college zelf uitgesproken in een brief aan onze raad, op 28 oktober 2014. Hierin worden de ‘ingrediënten voor een ontwikkelagenda’ benoemd, zoals een Brede School en de invulling van enkele locaties die al jaren om aanpak vragen.

Bij de inwoners zullen ideeën worden opgehaald. Onafhankelijk van wat daar uitkomt, wil het college ‘zo spoedig mogelijk werk maken van het aanpakken van de openbare ruimte in Vries en de realisatie van de scholen(nieuw)bouw’. Dat laatste punt is inmiddels neergelegd bij de schoolbesturen van Conod en Baasis.

Blijft over de aanpak van de openbare ruimte. Leggen we daar de inhoud van de Dorpsagenda naast – het woord Ontwikkelagenda is gaandeweg vervangen – dan heeft het college inderdaad invulling gegeven aan het financiële en inhoudelijke kader dat zij zichzelf eind vorig jaar heeft meegegeven.

We kunnen deze agenda ook op een andere manier beoordelen. Gezien de vorige vergaderingen van deze raad zal het niet verbazen dat dit de insteek van de PvdA is. Wij zien een veel bredere ontwikkeling die binnen Nederland gaande is, zeker ook in het noorden. In die ontwikkeling pakken dorpen en kernen zélf de regie om invulling te geven aan hun toekomst, met de gemeente in een ondersteunende rol. Kerngericht werken zou je dat kunnen noemen, met zowel aandacht voor fysieke als sociale aspecten. Het is een ontwikkeling die wij belangrijk vinden en die ook verwoord is in het collegemanifest. Daar staat: ‘Wij streven naar een samenleving waarin mensen de ruimte krijgen om hun leven in te vullen zoals zij dat willen.’ Wij vatten die ruimte heel breed op: letterlijk en figuurlijk. Wij hadden gehoopt dat de Dorpsagenda Vries deze ambitie concreet invulling zou geven. Dat gebeurt echter nog niet.

Wij zien een eerste aanzet, gericht op de korte termijn en alleen op de fysiek-ruimtelijke maatregelen die de gemeente zelf kan nemen. Het enige vergezicht dat de agenda bevatte heeft het college zelf weer verwijderd.
Hoe kunnen we deze twee perspectieven nu bij elkaar brengen? Naar ons idee is dat niet onmogelijk. De oplossing is volgens de PvdA-fractie wanneer wij, lerend van de ervaringen in Vries en elders in Nederland, nu doorpakken.

De aanpak van de openbare ruimte is wat ons betreft de eerste fase, hierna moeten we proberen om ook de andere aspecten van leefbaarheid, gericht op de langere termijn, erbij te betrekken.

We hadden daarom twee vragen aan het college:
– kunt u nader uitleggen wat u bedoelt met de zin op pagina 1 dat er ‘zeker ook aandacht is voor de sociale vraagstukken, maar dat deze in de lijn worden opgepakt’.
– voelt u ervoor om samen met deze raad een plan van aanpak voor het vervolg te maken en de kaders voor het ‘kerngericht werken’ op te stellen, zodat we deze ook in de andere kernen van onze gemeente kunnen toepassen?
Het college gaf hierop aan ‘dat er heel erg gebiedsgericht wordt gewerkt’. Onze vraag is dan: langs welke meetlat legt zij zichzelf dan? Wij hebben in deze raad geen kadernota kerngericht werken vastgesteld, waarin deze raad aangeeft hoe wij hier als gemeente invulling geven. De vraag is ook: weten onze inwoners wel dat er gebiedsgericht wordt gewerkt? We zouden het Leefbaarheidsfonds als een eerste stap in een goede richting kunnen noemen, maar het loopt nog steeds niet erg hard hiermee. We zijn bijna een jaar verder maar er is nog slechts 10.000 euro van de beschikbare 50.000 euro uitgegeven.

Bij gebrek aan eigen kader hebben wij dus zelf maar even wat onderzoek gedaan en dat ontdek je al snel dat in sommige gemeenten gebiedsgericht werken al de standaard is geworden.

Neem bijvoorbeeld Stichtse Vecht bij Utrecht, waar al vijf jaar op deze manier wordt gewerkt. ‘Gebiedsgericht werken’ noemen ze dat daar, net als in Tynaarlo. Maar het is daar echt de rode draad voor de werkwijze van de gehele gemeentelijke organisatie. De gebiedsregisseurs binnen de gemeente zorgen voor de verbinding naar het bestuur en het ambtelijk apparaat. Het college gaat jaarlijks op een ronde langs alle kernen en haalt daar actief ideeën op.

Met hulp van een centraal leefbaarheidsbudget (jaarlijks 160.000 euro groot) hebben de bewoners tientallen projecten van de grond gekregen, zowel op fysiek als sociaal gebied. De 12 kernen binnen de gemeente zetten hun eigen lijnen uit en hebben bijna allemaal al een eigen dorpsvisie opgesteld. Dichter bij huis zien wij van een dergelijke insteek ook interessante voorbeelden langs komen, zoals in Nijeveen bij Meppel waar eind november de Dorpsvereniging de visie tot 2025 heeft gepresenteerd. Ook in de provincie Groningen wordt hier volop mee gewerkt, zoals in Onderdendam en Uithuizermeeden.

Als wij de Dorpsagenda langs deze ‘meetlat’ leggen, dan loopt Tynaarlo niet voorop in deze ontwikkeling. Sterker nog, we hobbelen onaanzienlijk achteraan – een beetje zoals de herders in het kerstspel. Wel een rolletje, maar de actie zit vooraan op het podium. Het is natuurlijk leuk om een burgerinitiatief om een speeltuin op te knappen onder het hoofdstuk ‘participatie’ als succes te claimen, maar wat ons betreft is het slechts een begin van de cultuuromslag die binnen deze gemeente moet plaatsvinden.

Een omslag waarbij leefbaarheid niet binnen dit huis wordt bedacht, maar door onze inwoners zelf mede invulling krijgt. Het is daarom dat wij pleiten voor een intensivering van ons beleid op dit punt. We zullen daartoe als fractie begin 2016 onze ideeën nader uitwerken. Deze zullen we voorleggen aan de andere fracties, om samen te kijken of we als raad een kader over het kerngericht werken kunnen opstellen. Wat onze fractie betreft betrekken we daar ook actief de dorpen en de inwoners(organisaties) bij, bijvoorbeeld via een werkconferentie. Ook een raadswerkgroep behoort wellicht tot de mogelijkheden.

[Een verkorte versie van deze bijdrage is uitgesproken tijdens de raadsvergadering van 8 december 2015].

Kees de Graaf

Kees de Graaf

Geboren in Vollenhove (op de rand van de Noordoostpolder). Middelbare school in Enkhuizen, studie sociale geografie aan de Universiteit van Amsterdam. Na verschillende banen bij onderzoeksbureaus en een bouwbedrijf in 2000 de overstap gemaakt naar het bestaan als zelfstandige. Niet veel later verhuisd van Amsterdam naar Zuidlaren. Vader van drie kinderen. Woont samen. Werkzaamheden: Vanaf

Meer over Kees de Graaf