Gehoorschade door luidruchtige evenementen PvdA Tynaarlo stelt vragen aan College B&W
Met een aantal grote evenementen in de gemeente in aantocht – waarbij soms veel geluid wordt geproduceerd – vraagt de fractie van de PvdA Tynaarlo aandacht voor het onderwerp ‘gehoorschade’. Landelijk stond dit thema dit voorjaar volop in de belangstelling, na vragen van de PvdA-Tweede Kamerfractie aan de Staatssecretaris van VWS.
Tynaarlo Informatief
Datum: do 21 aug 2014, 18:30 | Duur: 30 minuten
Nieuws uit de gemeente Tynaarlo gevolgd door achtergrond informatie Gesprek met Koos Dijkstra fractie voorzitter PvdA Tynaarlo Luister hier het gesprek terug: http://app.streamone.nl/gemist/?mode=radio&account=1DX171#
Hierop is een convenant met de evenementenbranche gesloten. Het uitvoeren van de maatregelen die hiervoor noodzakelijk zijn, wordt neergelegd bij de organisatoren van evenementen zelf. Gemeente en politie treden controlerend op.
Met onder meer het Corso in Eelde in aantocht heeft de PvdA-fractie Tynaarlo vragen hierover gesteld aan het College van B&W, zoals: wat waren in de voorgaande jaren de ervaringen met geluidsmetingen en geluidsoverlast, hoe is er toen opgetreden en heeft dat het gewenste resultaat geleid? De PvdA Tynaarlo dringt erop aan dat de uitgangspunten van het landelijke convenant ook lokaal zoveel mogelijk worden overgenomen, zodat gehoorschade bij bezoekers van evenementen in onze gemeente wordt voorkomen.
Hieronder de brief met de gestelde vragen:
Geacht College,
Landelijk is er in het afgelopen jaar aandacht geweest voor het optreden van gehoorschade. De PvdA heeft hierover Kamervragen gesteld. De brief van de Staatsecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 13 februari jongst leden is hier op gevolgd. Deze brief voegen wij als bijlage toe.
Die aandacht heeft er onder andere toe geleid dat er een convenant is gesloten met de evenementen branche. Ook dit convenant voegen wij als bijlage toe.
Het geeft aan dat er sprake is van een serieus probleem. De staatssecretaris rekent vooralsnog op zelfregulering. In essentie gaat het bij het bestrijden van gehoorbeschadiging om beperking van het geluidsniveau, beperken van de blootstellingsduur en het gebruik van gehoorbescherming.
Binnenkort hebben we weer grote evenementen in onze gemeente, waarbij kans op het ontstaan van gehoorschade speelt. Bij het verlenen van een ontheffing op de Algemeen Plaatselijk Verordening worden afspraken gemaakt om geluidsoverlast te beperken. Nakomen en handhaven hiervan lijkt in hoge mate afhankelijk van goede wil en subjectiviteit.
Bijvoorbeeld het Bloemencorso.
In de door uw college verstrekte vergunning voor de feesttent is bepaald dat de organisatie het “Geluidsniveau zodanig (moet) regelen dat omwonenden er zo min mogelijk geluidshinder van ondervinden”. Ook wordt een eindtijd gegeven. Voorts is bepaald dat “wanneer politie of college opdracht geeft het geluidsniveau te veranderen of te staken dit opgevolgd moet worden”.
De aanvrager van de vergunning wordt verantwoordelijk gehouden voor het nakomen van de afspraken. Van de zijde van gemeente en politie zal controlerend worden opgetreden. Ook zullen geluidsmetingen worden uitgevoerd. Een aanpassing van de vergunning in een volgend jaar wordt als eventuele sanctie genoemd.
In dit voorbeeld speelt bovendien dat de gemeente verlangt dat voor alle activiteiten in de Feesttent slechts één ontheffingsverzoek wordt ingediend. Daarmee wordt de aanvragende stichting ook verantwoordelijk voor activiteiten die onder verantwoordelijkheid van diverse zelfstandig opererende rechtspersonen in de tent worden uitgevoerd. Wellicht speelt dit ook bij andere evenementen.
Ook is het zo dat meerdere rechtspersonen buiten de tent, in de openbare ruimte hun “muzikale partijtje meeblazen” (zoals uitbaters van horeca gelegenheden), waardoor slecht uit te maken valt wie nu eigenlijk voor welke geluidsoverlast verantwoordelijk is.
In het licht van het beperken van de kans op het optreden van gehoorschade en of geluidsoverlast, is een goede eerste stap dat de eindtijd voor de Feesttent op werkdagen is vervroegd.
Wij zijn ons er van bewust dat het hier een lastige materie betreft en we zijn er van overtuigd dat de organisatie van het Corso zowel als de verschillende gemeentelijke diensten zich naar beste kunnen inzetten. De gezamenlijke uitgebreide bespreking van de voorwaarden vooraf, het nadrukkelijke verzoek van de organisatie om handhaving en de gezamenlijke evaluatie van het evenement getuigen hiervan.
Graag willen wij van u een antwoord op de volgende vragen:
– Bent u van mening dat de afspraken in de vergunning voldoende robuust zijn, i.c.
o is de verantwoordelijkheid voor het naleven van de afspraken in alle gevallen juist belegd. Zo nee, ziet u een alternatief.
o Kunnen politie of college voldoende objectiveren dat zij actie moeten ondernemen bij te hoge geluidsniveaus en zo ja, welke criteria hanteren zij hierbij.
– Wat waren in voorgaande jaren de bevindingen van geluidsmetingen bij de verschillende geluidsbronnen (feesttenten en overige horeca in de open lucht).
– Is er in het verleden wel eens opgetreden bij ervaren geluidsoverlast (te hard of bij overschrijding van de in de ontheffing genoemde tijden) en
– heeft dit toen tot het gewenste resultaat geleid.
– Zou het niet wenselijk zijn om de afspraken en objectiverende waarden uit het hiervoor genoemde convenant zo spoedig mogelijk over te nemen in de vergunningverlening. Dit om meer houvast te geven aan handhaving en in feite het beperken van het risico op het ontstaan van gehoorbeschadiging.
Met vriendelijke groet,
Koos Dijkstra, fractievoorzitter.;