Sociaal domein, inhoudelijke vragen

Door Koos Dijkstra op 5 juni 2020

 (door Koos Dijkstra)

Het college heeft het werkelijk prachtig verwoord.

Mooier dan in de vorige nota. Eigenlijk is er sprake van een veegnota.

Het gaat niet alleen meer over de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Jeugdwet en de Participatiewet.

De bedoeling is dat het hier ontvouwde beleid gaat gelden voor alle onderdelen van het sociaal domein. (Naast de WMO, Jeugdwet en de Participatiewet, maken ook de beleidsterreinen Sport – bewegen & gezondheid, Cultuur, Werk & inkomen, Inburgering, Armoede & schuldhulpverlening en Leerplicht onderdeel uit van deze kadernota). Corrigeert u ons, als we het niet goed zien.

U bent in 2015 verantwoordelijk geworden voor hulp aan en ondersteuning van individuele inwoners.

Het beleid was steeds: inzetten op voorkómen, positieve gezondheid en op tijd erbij zijn. Sociale teams zoeken in keukentafelgesprekken naar hulp op maat. Hierbij wordt zoveel mogelijk overgelaten aan inwoners zelf, zo nodig aangevuld met liefst lichte professionele hulp. De gemeente is op de achtergrond aanwezig.

Tot zover geen nieuws in de nota..

Omdat vooral de jeugdzorg flink meer kost dan we er van het rijk voor ontvangen moet er bezuinigd worden.

Daar werkt u al drie jaar aan.

De bezuinigingsmaatregelen die u bedacht hebt blijken grotendeels onuitvoerbaar. De kosten blijven stijgen.De schuld daarvoor ligt bij anderen en bij de huidige virus crisis begrijpen wij. Een analyse van de onderliggende oorzaken (wat is er toch aan de hand met onze jeugd, bijvoorbeeld) ontbreekt helaas.

Het lijkt alsof u er geen stuur op hebt.

Nu gaat u het beleidsterrein verbreden. Bovendien voegt u een vorm van gebieds- welzijnswerk toe. U maakt het dus groter en complexer. Dat leidt er toe dat er meer gecoördineerd en overlegd moet worden.

Het lijkt de fractie van de PvdA nogal naïef gedacht dat het hierdoor niet duurder wordt.

  1. Door welke wezenlijke verandering gaat het nu wel lukken om binnen budget te blijven, denkt u?
  2. Bent u van mening dat er de afgelopen jaren te zware zorg ingezet is en waar is dat dan op gebaseerd?
  3. Wat hadden de sociale teams beter kunnen doen om kosten te besparen?

 

U roept professionals op om de randen van de regels te verkennen.

  1. Zou het niet zo moeten zijn, dat u verantwoordelijkheid neemt als professionals zich niet laten beperken door regels?
  2. Welk voordeel verwacht u hiervan en hoe bereikt u dat zij dit daadwerkelijk gaan doen?
  3. Hoe voorkomt u hierbij willekeur in het toekennen van hulp?

 

U bent gestart met een participatie proces.

Inwoners konden commentaar geven op het concept van deze nota. Minder dan 40 inwoners hebben dat ook gedaan.

In de bijgeleverde inspraaknotitie zijn in totaal 26 reacties uitgewerkt. Drie daarvan hadden betrekking op leesbaarheid.

Een was overbodig. Geen van de resterende tweeëntwintig opmerkingen heeft tot aanpassing van de nota geleid.

  1. Hoe kijkt u met dit gegeven terug op de inspraak? Bent u tevreden over het resultaat daarvan?

U hebt het nog vage plan om budgetplafonds in te voeren met uitgavenstop.

Als het geld op is, laat u mensen in de kou staan.

U noemt dat wachtlijst.

  1. Hoe verhoudt zich dat tot uw leidende principe: eerst oplossen dan regelen?
  2. Wat gebeurt er als een probleem opgelost is en vervolgens blijkt dat de gemeente dat niet hoefde te doen of dat de pot voor dat jaar leeg is? Moet de inwoner die kosten dan terugbetalen?
  3. Kunt u zich dat eigenlijk wel veroorloven, geen hulp verlenen?
  4. Kunt u eens uitleggen waarom u nu pleit voor deelbudgetten? Tot voor kort was het streven nou juist om schotten, ook financiële, zoveel mogelijk weg te nemen. Dit met de bedoeling zorgvelden maximaal te kunnen integreren.

U hebt een aantal maatschappelijke uitdagingen benoemd.

Daarmee wilt u naar inwoners om te bewerkstelligen dat zij zich er voor gaan inzetten. U hoopt te bereiken dat anderen meer gaan doen, zodat het voor de gemeente goedkoper wordt. Zo moeten er meer vrijwilligers en mantelzorgers komen en of moeten mantelzorgers meer gaan doen.

Het is u bekend dat veel mantelzorgers al overbelast zijn.

U liet het vorige week nog optekenen in de krant.

  1. Is het voorstelbaar dat inwoners andere uitdagingen zien dan u? Uitdagingen die misschien juist kostenverhogend werken. Wat doet u dan?
  2. Wat doet u als inwoners er geen zin in hebben om mee te helpen aan het oplossen van de door u genoemde maatschappelijke opgaven?

U wilt met (drie) gebiedsagenda’s gaan werken. Op zich een mooi streven, maar is het realistisch.

  1. Welk overeenkomstige belangen hebben de grote dorpen met hun omliggende kleine kernen denkt u?
  2. Wanneer vindt u dat een gebiedsagenda in goede samenspraak met alle inwoners van een gebied tot stand is gekomen en voldoende recht doet aan alle belangen?

 We hebben nog drie opmerkingen

  • We vinden de nota nogal sterk gericht op de jeugdzorg. De GGZ en het passend onderwijs bijvoorbeeld zijn onderbelicht.
  • U maakt een verwarrend gebruik van de term “professional”.

Tenslotte

  • U wilt alle kinderen gelijke kansen bieden. Dat vinden wij een mooi socialistische principe. We wensen u daar veel succes mee.

 

Koos Dijkstra

Koos Dijkstra

  Ik ben geboren in Amsterdam (1956) en opgegroeid in het Noorden. Mijn carrière ben ik begonnen in het midden van het land. Keerde daarna terug naar hier. De Veluwe was niet echt de woonomgeving van mijn dromen. Woonde in Sappemeer en nu al weer vele jaren in Zuidlaren. Ik heb me beroepshalve eigenlijk altijd

Meer over Koos Dijkstra