Door Kees de Graaf op 14 juli 2015

Landschap en architectuur in Tynaarlo Tijd voor een nieuwe impuls

Tynaarlo heeft een van de mooiste landschappen van Nederland. Ook architectonisch is er het nodige te genieten. Toch gaat het in de gemeenteraad niet of nauwelijks over de ruimtelijke kwaliteit van onze dagelijkse leefomgeving. Een gemiste kans, vindt de PvdA Tynaarlo. Het symposium dat de gemeente op vrijdag 19 juni organiseerde als start van de Dag van de Architectuur was daarom een verademing. En een prima opmaat naar de discussie over ‘Tynaarlo 2025’ en het nieuwe structuurplan, dat in 2016 gereed moet zijn.

Je moet je als inwoner van Tynaarlo af en toe gewoon even in het vel knijpen om te beseffen dat we in een van de mooiste gebieden van Nederland wonen. De gids Mooi Land wees het gebied van de Drentsche Aa zelfs als allermooiste aan en beloonde het met vijf sterren. Daar heb ik overigens nooit een bordje van langs de weg gezien, maar dat terzijde. In de gemeenteraad van Tynaarlo is de ruimtelijke kwaliteit van onze dagelijkse leefomgeving jammer genoeg weinig onderwerp van gesprek. Waar andere raden bijvoorbeeld jaarlijks het verslag van de welstandscommissie bespreken, staat dat in Tynaarlo niet op de agenda. De commissie Ruimtelijke Kwaliteit waar Tynaarlo gebruik van maakt (hier het jaarverslag over 2014) is vooralsnog een black box. Ook initiatieven als Mooiwaarts en de impact van de Omgevingswet (zoals het verplicht stellen van een Omgevingsvisie) hebben nog geen aandacht gekregen. Als er al ruimtelijke plannen met meer dan gemiddelde ontwerpkwaliteit zijn, voeren we die als gemeenteraad zelf af (zoals het plan van Rijnboutt voor het centrum van Eelde) of zetten het in de koelkast (het plan voor De Bronnen van Enno Zuidema Stedebouw).

Het gemis wordt enigszins ondervangen door initiatieven van buitenaf, zoals de recente presentatie van de kloeke Landschapsbiografie over de Drentsche Aa. En gelukkig kon het zelfs in de raadszaal laatst weer eens over de kwaliteit van landschap en architectuur gaan, in een gelijknamig symposium dat de gemeente Tynaarlo had georganiseerd. De aanleiding was dubbel: als start van de jaarlijkse Dag van de Architectuur en als begeleiding van de fraaie architectuurexpositie die in het gemeentehuis te zien is. Wij leggen er zelf dan maar een derde aanleiding bij: de start van de discussie in de gemeenteraad over de punten waar het in de toekomstvisie ‘Tynaarlo 2025’ en het structuurplan 2016 over zou moeten gaan. Het symposium heeft daar de nodige bouwstenen voor opgeleverd.

Landschap versterken

De eerste van drie presentaties – daartoe uitgenodigd door stedenbouwkundige Rob Schreibers, die zelf het thema kort inleidde – werd verzorgd door Haiko Meijer van Onix Architecten. Hij liet zien dat je als architect op verschillende manieren kunt reageren op de omgeving: contrasterend, passend, afwerend, meegaand. Zelf opgegroeid in de landgoederenzone van Eelde heeft Meijer een fascinatie voor hout, bomen en het feeërieke licht in het bos opgelopen. Vier jaar geleden kwam dat van pas toen Meijer de werelden van landgoederen en vliegveld Eelde bij elkaar mocht brengen, in een workshop over de Koningsas (ook zo’n ruimtelijk concept dat roemloos van de agenda is verdwenen). Om van GAE veel meer een regionaal specifieke luchthaven te maken, stelde hij voor de landgoederenzone door te laten lopen tot aan de terminal – en daar het bos te laten beginnen. Ook voor het omliggende gebied had Onix ideeën, zoals het droppen van houten kubussen op strategische plekken in het landschap.

Ook op andere plekken in de gemeente liggen kansen om het landschap te versterken, aldus Meijer. Hij toonde het ontwerp voor het huis van het landgoed in Zeijen, dat (nog) niet is gerealiseerd. ‘Je moet daar niet klakkeloos een boerderij neerzetten, maar een eigentijdse toevoeging plegen die iets zeggen over deze tijd en over de relatie met het omliggende landgoed.

Dat is echt een kwestie van goed zoeken.’ Die zoektocht speelde bijvoorbeeld ook (wat verder buiten onze gemeente) bij de begraafplaats van Langedijk, waar Onix houten kolommen toepaste van bomen uit de directe omgeving. Een ontwerp dat op het nieuwe crematorium in Ter Borch niet zou misstaan. Bij een natuurbegraafplaats in Alphen aan den Rijn werd weer een heel ander ontwerp gemaakt (overigens ook met materialen uit de omgeving), dat veel meer uitstraalt dat het gebouw onderdeel uitmaakt van de omgeving.

Meijer liet ook een aantal boerderijen zien: de agrariërs houden ermee op, hoe kun je een nieuwe functie toevoegen? Met aandacht voor het gebruik van het erf en de instandhouden van de omgeving. Een mooie invulling: de kinderopvang in Eesveen, waar kinderen te gast zijn op het boerenerf. De boodschap van Meijer: het platteland is niet alleen ‘krimp’, je kunt er prima functies programmeren. Zoals bijvoorbeeld de prachtige zorgboerderij in Oudemolen, gebouwd door de cliënten zelf en (wederom) met hout uit het eigen bos. Zo kan nieuwe architectuur uitdrukking geven aan de manier waarop mensen in het landschap willen wonen, werken en verblijven.

Landschappelijk wonen

Jurgen van der Ploeg, architect bij FARO Architecten, pakte het stokje over. Het voelde voor hem goed terug te zijn in Tynaarlo, op de plek waar hij twintig jaar geleden met zijn bureau het eerste woningbouwproject realiseerde. Het Berkenbos in Zuidlaren, onderdeel van het Kazerneterrein. Gebouwd met een bevlogen opdrachtgever (Jaap Hollestelle), die wel wat durfde en niet wenste te luisteren naar makelaars (‘Die zeggen toch dat er geen vraag naar is.’). De woningen staan in kleine clusters in het collectieve groen. Een van de gevolgen van het project is de publicatie ‘Landschappelijk wonen’ geweest, die enkele jaren geleden bij uitgeverij Blauwdruk is verschenen. Voortgekomen uit de frustratie bij Van der Ploeg dat iedereen altijd roept dat mensen een eigen tuin willen hebben.

Dat het ook prima anders kan, laat deze publicatie met 34 voorbeelden zien. Met de woningdichtheid als belangrijke variabele (‘In lage dichtheid kan alles, als de dichtheid oploopt moet je als ontwerper echt je best gaan doen.’) liet Van der Ploeg zien welke elementen allemaal een rol spelen bij dit type woongebieden. Noordelijke voorbeelden zaten er ook bij, zoals de eilanden van de Piccardthof in Groningen en De Stelling in Noordwolde. Ook de Steenenkamer in Voorst (‘wonen in een volkstuin’) en Heerenwoud in Heerenveen kwamen voorbij, evenals de dorpsrand in Vries. De vormgeving van de relatie tussen openbaar en privé gebied is een van de belangrijkste aandachtspunten, aldus de FARO-architect. Hij liet nog twee andere mooie voorbeelden zien, van recent werk. De eerste was een woonboerderij voor dementerenden in Oterleek, aan de rand van de Schermer in Noord-Holland. Een woonconcept dat mensen in hun oer-emoties aanspreekt en daarmee rust en structuur geeft. En een plan voor Texel (Planet Texel, samen met LA4Sale) waarbij toerisme, ecologie, economie, landschap en duurzaamheid centraal staan.

Herstel van erven

Nog weer een trede hoger (van woongebied naar landschap) liet Ruut van Paridon (landschapsarchitect bij paridon x de groot en in zijn tijd bij H+N+S betrokken bij het plan voor Ter Borch) zien welke ontwikkelingen daar spelen. Hij is afgestudeerd op erftransformaties en heeft daarvoor onder meer alle (!) erven in Twente in kaart gebracht. Dan blijkt er een grote logica te zitten achter allerlei oude verkavelingspatronen, waarvan er vele in de loop van de tijd zijn verdwenen. Per regio kan die logica bovendien verschillen. De principes die erachter schuil gaan kunnen ook ingezet worden om nieuwe gebieden mee vorm te geven. Bijvoorbeeld bouwkavels die omgeven worden door twee meter zandpad en tien meter kavelbeplanting, waarbinnen de koper vervolgens zijn of haar gang mag gaan (qua architectuur dan).

Met een aantal trends in het achterhoofd (de trek naar buiten, de schaalvergroting in de landbouw, het vrijkomen van erven en boerderijen) is het raadzaam om naar de toekomst van het buitengebied te kijken. ‘Aan de ene kant is het een particulier landschap, aan de andere kant is het van iedereen – hoe verbinden we die werelden?’ De afgelopen eeuw is, mede door de opkomst van het prikkeldraad, een enorme erfenis aan beplantingsstructuren verdwenen (die daarvoor dienst deden om percelen af te schermen en dieren op hun plek te houden). Door erven te verknopen, routes te maken en beplanting toe te voegen, kunnen burgers een ‘landschapsvormende kracht’ uitoefenen, aldus Van Paridon. Hij pleitte ervoor schuren niet te snel te slopen, maar te onderzoeken of er kansen liggen voor kleine buurtschapjes. ‘Vijf à zes woningen rond een collectieve plek, dat gaat heel relaxed. De koeien lopen tot aan de gevels.’ Boeren en burgers kunnen hun activiteiten en ideeën op elkaar afstemmen en daarmee samen een nieuwe laag aan het landschap toevoegen. ‘Een nieuwe kwaliteitsontwikkeling in het buitengebied.’

Tien punten voor Tynaarlo 2025 en Structuurplan 2016

De komende tijd wil de gemeente Tynaarlo nadenken over de eigen identiteit. Er wordt gewerkt aan een ‘missie & visie’ voor de gemeente in 2025 en in 2016 staat een nieuw structuurplan op de agenda. Welke punten kunnen daarin een rol krijgen, aangereikt door deze drie kenners op het gebied van ruimtelijke kwaliteit? De fractie van de PvdA Tynaarlo neemt mee:

1 Blijf dicht bij je eigen identiteit. Probeer geen stedelijke concepten uit Amsterdam of Groningen na te doen. Mensen trekken naar de stad voor de dynamiek en de dichtheid, op het platteland zijn andere kwaliteiten te vinden. Sluit daarbij aan en vertaal ze op een eigentijdse manier.

2 Onderzoek de kansen voor nieuwe functies. Nu de landbouw terugloopt, komt ruimte vrij voor wonen, zorg en andere bestemmingen.

3 Geef mogelijkheden voor particulier en collectief opdrachtgeverschap. Faciliteer dit als gemeente en provincie met een eigentijds ruimtelijk beleid. Rood en groen kunnen prima samengaan, zet het landschap niet op slot met oude ideeën over het ‘buitengebied’.

4 Haal bouwmaterialen uit de directe omgeving en sluit in de architectuur en openbare ruimte

aan op lokale bouwstijlen (schuren, erven).

5 Zet in op kleinschaligheid, in combinatie met collectiviteit en de zorg voor elkaar (‘naoberschap’). De tijd van bouwplannen met grote aantallen individuele woningen is voorbij.

6 Maak het landschap beter toegankelijk. Herstel oude routes en beplantingen.

7 Onderzoek de mogelijkheden van hergebruik voor leegkomend agrarisch vastgoed. Zelfs in een oude schuur kan prima een nieuwe, energiezuinige woning worden gebouwd.

8 Maak combinaties tussen verschillende sectoren: economie, wonen, landschap, zorg, energietransitie. Haal de schotten tussen de sectoren weg.

9 Pas de oude verkavelingsprincipes toe bij nieuwe plannen.

10 Vier jaarlijks de Dag van de Architectuur met een aansprekende activiteit.

De fractie van de PvdA Tynaarlo zal deze punten meenemen bij de discussie over de ‘missie & visie’ van de gemeente Tynaarlo; het toekomstperspectief voor 2025 dat na de zomer opgesteld moet worden. Mede op basis daarvan worden de onderhandelingen met de gemeente Haren over een eventueel samengaan verder gevoerd. Ook bij concrete ontwikkelingsplannen (zoals de nog steeds stil liggende Prins Bernhard Hoeve in Zuidlaren) vormen het goede aandachtspunten. In de derde plaats kan de structuurvisie (voorzien voor 2016) ermee gevoed worden.

Kees de Graaf

Kees de Graaf

Geboren in Vollenhove (op de rand van de Noordoostpolder). Middelbare school in Enkhuizen, studie sociale geografie aan de Universiteit van Amsterdam. Na verschillende banen bij onderzoeksbureaus en een bouwbedrijf in 2000 de overstap gemaakt naar het bestaan als zelfstandige. Niet veel later verhuisd van Amsterdam naar Zuidlaren. Vader van drie kinderen. Woont samen. Werkzaamheden: Vanaf

Meer over Kees de Graaf